Vaders voorgeslacht (vanaf 1613 tot 1762)

De boerderij van Cornelis van den Berg in de 19e eeuw.(1826-1901)

Hij was mijn overgrootvader.Hij trouwde op 22 jarige leeftijd met een weduwe waardoor hij in één keer vader werd van 8 kinderen.!Bij deze vrouw kreeg hij nog eens  acht kinderen, (onder wie mijn  grootvader Reinier) waardoor hij vader werd van 16 kinderen. Van hen zijn er 14  boer of boerin geworden. Vier van deze kinderen zijn hieronder afgebeeld. In 1937 is deze boerderij afgebrand. Nu staat er een moderne boerderij.

Zusters van mijn grootvader. Van links naar rechts:Elsje van den Berg, (ongehuwd) , Grietje van den Berg gehuwd met Pieter Naaktgeboren, Martha van den Berg gehuwd met Jacob Quartel en Elisabeth van den Berg gehuwd met Cornelis Molendijk

Aantekening Het kleine meisje  vooraan is Martha Molendijk, het dochtertje van Cornelis Molendijk en Elisabeth van den Berg, de zuster van mijn grootvader Reinier


Op zoek naar ons voorgeslacht

De meeste mensen zijn nieuwsgierig naar hun voorgeslacht. Ze willen graag weten waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Wat deden hun voorouders? Waar woonden ze? Ik vind het boeiend om hier enkele dingen uit ons voorgeslacht te vertellen, die mij frappeerden en die misschien ook voor anderen interessant kunnen zijn. Er is nog zoveel te vinden! De naam  Van den Berg herinnert ons aan de strijd tegen het water en aan het feit dat velen heel vroeger gingen wonen op een hoogte, een soort heuvel langs de rivieren Later ging men die hoogten verbinden en ontstond er een soort lintbebouwing. Bij de naam Berg, moeten we dus niet denken aan een berg in Zwitserland, maar aan een verhoging, een soort terp dus. Moeten we soms denken aan een zekere tegenstelling.? Er waren vele zwervende polderwerkers, die geen vaste verblijfplaats hadden maar wa met een vlot of scheepje tevreden moesten zijn.. Het waren  andere lui dan die “van den berg”afkomstig waren. Ik weet het niet. Wel is het woord  ‘berg’ mannelijk, dus werd het niet “van de’, maar “van den”.Voorzover wij kunnen terug gaan in de geschiedenis zijn ze bijna allen boer geweest.Bij nauwkeurig onderzoek blijken wij afstammelingen te zijn van  een zekere Heyndrick  Pieterse Van den Bergh (1613 ?-1657) uit Stad aan’t Haringvliet. Achter zijn naam staat ( cuyper).Hij was waarschijnlijk  geen  boer maar kuiper, dat is een tonnenmaker voor het opslaan van vis uit het Haringvliet Waarschijnlijk  is zijn nageslacht bij verhuizing naar de  drooggelegde  polders bij Den Bommel vertrokken en boer geworden.Nu hebben we een verhaal gevonden dat vertelt dat de grootvader van deze Hyndrick Pieterse  in de 16e eeuw getrouwd geweest zou zijn met de zuster van Prins Willem van Oranje.Omdat hij niet bereid was de prins te helpen in zijn strijd tegen Filips van Spanje zou hij in ongenade gevallen zijn. We hebben dit niet kunnen verifiëren. Het is in ieder geval een mooi verhaal.

Stad aan’t Haringvliet  heet wel stad, maar het is nu nog steeds een klein dorp.Het is een trekpleister  voor watersportliefhebbers. De Hervormde Kerk aan de Nieuwstraat  waar mijn eerste bekende voorvader gedoopt is staat  nog steeds op dezelfde plek. Hij is wel enkele keren gerenoveerd.Deze voorvader  over wie ik hierboven al vertelde heet:

A  Heyndrick Pieterse Van den Bergh, geboren in Stad aan ’t Haringvliet op 13 december 1613 ?.Hij was gehuwd met Reiniersd.Jannetje in 1642 in stad aan ’t Haringvliet. Aantekeningen: de naam Hendrik schreef men vroeger ook zo Heyndrick. Misschien is dat de reden dat men tegen Hendrik ook Hein zei. Zijn voorgeslacht zal  hoogst waarschijnlijk niet in Flakkee geboren  zijn, want de polders  waar Den Bommel   uit bestaat zijn in de 16e en 17e eeuw ingedijkt.Zijn zoon trad in 1668 in het huwelijk. Zijn zoon was.:

B.1 Reynier  Van den Bergh, geboren  in Stad  aan het Haringvliet, 16 augustus 1643, gestorven  in Den Bommel in 1685.

Aantekeningen:Deze eerst  bekende Reynier  mist zijn moeder als hij nog geen 10 jaar oud is en zijn vader als hij 14 jaar is.Hij trouwt op 13 oktober in Den Bommel. We nemen aan dat hij toen ook verhuisd is naar Den Bommel Wat zou daarvan  toch de reden zijn geweest? Vermoedelijk dezelfde reden als die van veel boeren uit Friesland en Groningen die naar de Noord-Oostpolder zijn verhuisd. In de tijd waarin deze Reynier leefde vonden er bij Den Bommel  enkele  indijkingen plaats waardoor  nieuw land werd gewonnen. Toch bleven Goeree en Flakkee nog lange tijd van elkaar gescheiden als twee grote eilanden. De boeren kregen toen veel meer levensruimte.Het zal pas zijn kleinzoon  Reynier zijn (geboren 1699) die de grote oversteek over het Haringvliet zal doen om zich in ’s Gravendeel te vestigen.

C 1.1. Heyndrick Van den Bergh, geboren in Den Bommel op 18   jannari 1670 gestorven in Den Bommel in 1721. Gehuwd met  Neeltje Frederiks Trompert, op 11 september 1695. Aantekeningen: Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, Wijntje, gedoopt 17/6/1696, Jannetje, ged. 22/1/1698,Frederik, ged. 4/6/1702 en natuurlijk Reynier, gedoopt 1/11/1699. Van deze Reynier stammen wij af. Hij is onze gemeenschappelijke voorvader.

D.1.1 1 Reynier Van den Bergh, geboren in Den Bommel, werd op 1 nov.1699 gedoopt De kerk waar hij gedoopt  is, bestaat nog steeds in Den Bommel. Het is deze Reynier die in 1725 naar ’s Gravendeel kwam met attestatie uit Den Bommel. Tot de dood van zijn tweede vrouw Cornelia Saarloos in 1758 is deze Reynier in ’s Gravendeel afwisselend diaken en ouderling geweest. Uit kerkenraadsverslagen weten we hij dat jaren lang  een leidinggevende figuur is geweest.Vier jaar na de dood van Cornelia stierf hij in Den Bommel op 18 februari 1762.Hij is twee keer getrouwd geweest. Zijn tweede vrouw Cornelia Ariense Saarloos is onze gemeenschappelijk ‘voormoeder’ Hij trouwde   op 23  december 1725   in ‘sGravendeel  met Ariaentie Buterboers en  in 1730 huwt hij zijn tweede vrouw Ariense Saarloos  van wie wij afstammen.

Aantekeningen

De eerste en de tweede vrouw van deze Reynier van den Bergh waren wellicht goede vriendinnen.Ze hebben in ieder geval beiden in het zelfde jaar op 29  maart  1723 (dus twee jaar voor het huwelijk van Ariaentje) belijdenis gedaan in de Hervormde kerk. Reynier moet dus tijdens zijn eerste huwelijk Cornelia  Saarloos al goed gekend hebben. Als deze Reynier met Cornelia trouwt heeft hij als jonge man al ontzettend veel meegemaakt.Twee jaar na zijn eerste huwelijk moet hij al een testament opmaken met het oog op zijn doodzieke vrouw, die met bed en al de kamer van de schepenen wordt binnengedragen.(1727).Zie het verslag hieronder.  Ze hebben dan twee kinderen van wie de ene (Neeltje) nog maar een paar maanden geleden is geboren. Tijdens de ziekte van Ariaentie  zal Cornelia deze eerste vrouw van Reynier vaak bezocht hebben.Cornelia zal  haar  ook  wel voorgelezen hebben uit de bijbel, want Cornelia had wel lezen en schrijven geleerd en Ariaentie niet als de meeste meisjes in die tijd .Zij moest  een ‘hantmerck)zetten bij de  notaris.  Op die manier  zal deze Reynier ook Cornelia hebben leren kennen en waarderen.Als  Ariaentie sterft in  1728  (en in de jaren 1729 en 1730 ook nog  twee jonge kinderen van Reynier en Ariaentie), moet het voor Reynier een uitkomst zijn geweest om in 1730 in het huwelijk te mogen treden met Cornelia. Zij zijn 28 jaar lang gelukkig getrouwd geweest en zij zal Reynier in die periode tot grote steun geweest zijn bij zijn werk eerst als diaken en later nog jaren lang als ouderling van de Hervormde Kerk van ’s Gravendeel. Het is opmerkelijk hoeveel  oud-Vlamingen  van zijn zijn kerk lid waren. In de kerkenraadverslagen komen wij namen tegen als Vlaming, van Gent, van Antwerpen, van Bruggen van Ieperen en St Nicolaas. Deze namen herinneren ons aan de Hugenoten die uit Frankrijk verdreven waren en zich in Vlaanderen gevestigd hadden en zich genoemd hadden naar de plaatsen waar zij gastvrij onthaald werden. Later werden zij ook uit Vlaanderen   verdreven van wege hun geloof en omdat er door de vele bedijkingen van de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden veel  arbeidskrachten nodig waren, hebben zij  zich juist dáár gevestigd. Ook het voorgeslacht van mijn overgrootmoeder Francien Moret ( geb. 1837) is door de vervolging in Frankrijk naar ’s Gravendeel uitgeweken.Zie haar foto bij Vaders dagboek (1914-1916) Het is mij ook opgevallen dat deze Reynier zijn ambt  onmiddellijk na de dood van zijn geliefde Cornelia heeft neergelegd.Op 4 januari  1758 overlijdt Cornelia.Zij heeft de bruiloft  van haar zoon Hendrick met Cornelia Schipper  in 1760 niet meer mee mogen maken.Na het overlijden van zijn tweede vrouw Cornelia Saarloos heeft Reynier nog 4 jaar geleefd. Hij sterft op 63 jarige leeftijd in 1762.Hij heeft dus zowel de bruiloft van zijn zoon Hendrik als de geboorte van zijn kleinzoon Reinier nog meegemaakt maar zonder zijn geliefde Cornelia. In de Hervormde kerk van ’s Gravendeel werd toen nog steeds gezongen uit de psalmberijming van Datheen! De’nieuwe berijming’ kwam pas in 1773. Zijn jongste zoon Joost    is erfgenaam geworden van “het huys en Erve, staande ende geleegen op deesen dorpe sgravendeelop den hoek van den korten Kerkstraat  Zijn zoon  Hendrik van wie wij  afstammen is in 1819 overleden op 86 jarige leeftijd en  zijn kleinzoon Reinier in 1842 op 81 jarige leeftijd. Zij hebben dus voor die tijd een zeer hoge leeftijd bereikt Maar over hen zal ik in dit verslag nu niet schrijven. Ik wil wel nog het een en ander vertellen uit  het leven van genoemde Reynier aan de hand van akten


Het is zoals ik al vertelde deze Reynier geweest die in 1725 de oversteek waagde over  het Haringvliet  en naar ’s Gravendeel kwam met belijdenisattestatie.Daar leerde hij een aardig meisje kennen en daar is hij al vrij spoedig  getrouwd. Lang is hij niet getrouwd geweest.Al in het jaar 1727 verschijnt hij voor de schout en schepenen in ’s Gravendeel om een testament op te maken.De aanleiding daarvoor was  de ziekte van zijn vrouw.Ze was   al enige tijd bedlegerig en om een testament op te maken werd zij met bed en al de kamer van de notaris ingereden. Stel je voor!

Het stuk dat toen is opgemaakt ligt nu voor me.Wat mij  allereerst opvalt  in dit document is het keurige handschrift en het heel andere, wat ouderwetse  taalgebruik. Een klein gedeelte neem ik over  en daarna geef ik enig commentaar.

In den Name des HEEREN Amen. Op heyden den Agtienden Desember seventien hondert en seven en twintigh compareerde(=verscheen) voor ons Wouter Janse vander giese en Frans van Waardenburgh schepenen van sgravendeel ende Leerambaght in presentie van de daargenoemde getuijgen den eersamen Reijnier Heyndrickse van den bergh ende de eerbare Arijaantje Arijense boterboer egte man ende vrouw wonende alhier. De eerste cloeck ende gesont zijnde ende laatste zieckelijkck  te bedde liggende noghtans haer verstant, Reden en memory volkome besittende en gebruyckende zoo ons schepenen bleek genegen zijnde van hare tijtlijcke goederen  haer van godt Almaghtigh op deze Aarde verleent te disponeeren (verleend om erover te beschikken), Doodende en te niet Doende.

Het is mij opgevallen dat in dit document Reynier en de beide schepenen(=soort wethouder) van ’s Gravendeel wel ondertekenen, maar zijn vrouw als ‘testateure’ niet en evenmin  de beide getuigen die genoemd worden.Waarschijnlijk konden zij niet schrijven en konden zij volstaan met het zetten van een kruisje (een eygen Hantmerck)

Verder viel mij in het contract op, dat  godsdienst in die tijd een publieke zaak was. Het bovenstaand document begint  zoals een preek nu vaak eindigt. ( met Amen)

Zeer veel  mensen konden in de zeventiende eeuw niet schrijven.Ze moesten als kinderen werken op het land en van het naar school gaan kwam daardoor weinig  terecht. In ‘s Gravendeel was de predikant, schoolmeester, koster en klokkenluider tegelijk. In 1595 was er al een dominee in het dorp, maar het onderwijs was toen nog heel mager.Dominee moest zoveel doen! Hij moest toen ook de kerk schoonmaken en ook nog lesgeven! Dat deed de dominee in het kerklokaal . Hij was ook nog legerpredikant voor de troepen van de “Grafelijkheid” die aan het Hollands diep waren. Het kerkgebouw was toen  nog heel eenvoudig.De nieuwe kerk kwam er in 1637. Toen Reynier van den Bergh uit den Bommel voet aan wal van de Kil zette, bestond die kerk er dus al ruim zestig jaar.

Op 29 december het jaar 1738  verscheen voor de schout en schepenen van ’s Gravendeel weer dezelfde Reynier van den Bergh en  aan zijn zijde bevond zich toen  zijn tweede vrouw Cornelia Ariense Saarloos. Ze verschijnen op de secretarie om  hun testament te laten opmaken.Het is hierbij niet zo dat de langstlevende alles erft, maar “sterft de testateur vóór zijn   vrouw dan komt alles aan zijn kinderen, uit het 1e en het 2e huwelijk en aan zijn vrouw voor een kindsgedeelte Van dit echtpaar stammen wij af via hun zoon Heyndrick.  Naast de naam Reinier komt de naam Hendrik, of Hein heel vaak voor.